SADOMASOCHISME VERDIENT GEEN VERGETELHEID: SOCIOLOGISCHE VRAGEN EN SUGGESTIES


Gert Hekma

Afdeling Sociologie, Amsterdam Research Center Gender & Sexuality, Universiteit van Amsterdam

Samenvatting: Sadomasochisme is een erg interessante seksuele variatie die allerlei grote vragen oproept van geweld en risico, plezier en pijn, spel en werkelijkheid, vrijheid en gebondenheid, privé en publiek, gender, (on)gelijkheid, macht, ritueel, transgressie. Omdat seksualiteit doorgaat voor een private en natuurlijke zaak is er weinig debat over deze belangrijke sociale en seksuele thema's rond SM. Seksuele diversiteit kan een publieke discussie gebruiken die deze vragen in de schijnwerpers van de samenleving plaatst om seksueel plezier te bevorderen en om door de seks over de wereld te denken.


Sadomasochisme is sociaal tamelijk onzichtbaar gebleven en de sociologie heeft er misschien daarom weinig aandacht aan besteed. Toch hebben de markies de Sade en zijn vele navolgers en ook Michel Foucault het tot een belangrijk thema verheven. In dit artikel zal ik ingaan op de vergeetachtigheid van de sociologie met betrekking tot SM en suggesties doen voor een actievere aanpak. Sociologie en geschiedenis hebben zich sinds Foucault gestort op (homo)seksuele en recent op transgender thema's, maar ruime aandacht voor sadomasochisme is uitgebleven. Het aantal studies in de maatschappijwetenschappen is gering hoewel er recent enige aandacht voor ontstaat.

Seksualiteit en zeker sadomasochisme zijn uiterst interessante sociale en culturele verschijnselen die alle aandacht verdienen van de sociologie. Niet alleen omdat seksuele relaties bij uitstek sociale verschijnselen zijn – er zijn altijd meer reële of imaginaire mensen bij betrokken –, maar de maatschappij heeft ook een grote invloed op de gestaltes die seksualiteit aanneemt. De vorm, inhoud en kleur van seksuele gevoelens wordt diepgaand beïnvloed door samenleven: ouders, vrienden, media, politiek, wetenschap en wat dies meer zij. Er bestaat een heteronorm die bepaalde verhoudingen rond gender en seksualiteit bevordert. Wat daarbuiten valt is in meer of mindere mate het object van sociale achterstelling. We weten steeds meer over homoseksualiteit, transseksualiteit en transgenderisme en te weinig over andere klassieke perversies, of er bestaan vooral veel vooroordelen. Gezien de predominantie van de psychiatrie op dit terrein zoals met de DSM is meer aandacht gewijd aan individuele gevallen soms met psychische klachten en minder aan de sociale kant van seksuele zaken.

Seksualiteit is heel cultureel bepaald niet alleen door die normen maar ook in vormen van gedrag en fantasie. Daarbij zijn SM en fetisjisme aantrekkelijke onderzoeksthema's omdat de betreffende gedragingen en interesses zo sterk en evident door de context zijn gekleurd. Het is moeilijk voorstelbaar dat deze voorkeuren biologisch zijn bepaald zoals veel mensen denken over homoseksualiteit. Sociologen houden zich weinig bezig met de vraag hoe zulke interesses zich ontwikkelen, stellen zelden vragen naar patronen en veranderingen daarin en mondjesmaat naar wat mensen concreet doen. Eén van de grote vragen waarnaar weinig onderzoek is gedaan betreft de opkomst van de perversies aan het eind van de 19de eeuw toen ze een naam en identiteit kregen. Waarom toen, waarom op die manier en in die vorm? Waarom werd Venus in bont het model van de sadistische vrouw terwijl ze nu leer of lak draagt?

Het heeft lang geduurd voordat er studies van SM in het bereik van de sociale wetenschappen kwamen. Na de seksuologische en psychiatrische werken van Iwan Bloch, Havelock Ellis, Sigmund Freud, Wilhelm Stekel en anderen aan het begin van de 20ste eeuw duurde het lang voordat de sociaalhistorische wetenschappen het thema oppikten. Dat was pas vanaf ongeveer 1980 en een wat steviger groei kwam na 2000. Vergeleken met studies van homoseksualiteit – mijn eerste specialisatie – is deze subdiscipline een ondergeschoven kindje gebleven. Homo, lesbische en queer studies produceren tegenwoordig jaarlijks honderden boeken wereldwijd, vooral in de VS en Engeland maar ook elders. De markies de Sade was een populair onderwerp vooral voor filosofen maar ook daarbij bleven de studies van SM achter.

Uitgaande van de kennis over de ontwikkeling van een SM-wereld wil ik hier een aantal vragen betreffende SM opwerpen. Ik maak daarvoor gebruik van de bestaande literatuur die op bepaalde punten sterk gepolariseerd is met aan de ene kant een openbare mening die haar vooroordelen koestert en aan de andere kant apologeten die juist proberen te bewijzen dat er niks mis is met hun voorkeuren. De vragen die hier aan de orde komen maken duidelijk hoe interessant het thema is en hoe relevant voor een breder publiek. Deze problematiek gaat om kernvragen van het seksuele leven waar vaak geen gemakkelijke antwoorden voor zijn.


Beweging


Tegenwoordig hebben we een holebi- ofwel LHBT-beweging. Eerst zijn de homomannen erkend als gediscrimineerde groep die zich ging emanciperen. Dat is intussen een lange geschiedenis die teruggaat naar de 19de eeuw en auteurs als Karl Heinrich Ulrichs (1994) en Magnus Hirschfeld (1914). Ze hadden alle reden om zich te emanciperen want het zwaard van het recht hing hen boven het hoofd. In de meeste landen gold dat niet voor lesbische vrouwen die zich nauwelijks bij hen aansloten en zich zelfs vaak van hen afkeerden mede omdat die homomannen soms weinig vrouwvriendelijk waren. Rond 1900 verzetten de meeste feministes (van wie volgens lesbisch activiste Anne Rüling één vijfde lesbienne was) zich juist tegen mannelijke seks, in het bijzonder prostitutie. In de homowereld was betaalde seks toen een geaccepteerd verschijnsel. De lesbische vrouwen arriveerden pas vanaf de jaren 1950 en 1960 op het toneel van homo-emancipatie en hebben daar nu een vaste plaats verworven met leidende posities. Het zijn niet zozeer de biseksuelen (van de holebi's) die in de voetstappen van de homo's en lesbo's volgen, maar de transgenders. Met recht mag de homobeweging nu LHBT heten vooral vanwege de transgenders die zich er vol overtuiging bijgevoegd hebben. Met de biseksuelen gaat het moeizamer.

Achter de LGBT volgen in het Engels nog allerlei andere acroniemen: TTIQQA voor transseksueel, travestiet, interseksueel, queer, "questioning" en aseksueel (soms "allies" – vrienden). Queer staat voor radicale of alternatieve homo maar soms voor al deze groepen samen. "Questioning" slaat op mensen die het nog niet weten. De interseksuelen zijn de hermafrodieten van weleer met een nieuwe naam en een nieuwe visie, overigens één van de grotere maar zwijgzamer groepen in dit spectrum.

In de jaren zeventig had de Nederlandse Vereniging voor Seksuele Hervorming (NVSH) groepen voor transseksuelen en travestieten, sadomasochisten, fetisjisten, exhibitionisten en pedofielen. Deze groepen hadden de hoop dat hun emancipatie zou kunnen volgen in de voetsporen van die van homo's en lesbo's. De eerste groep is inderdaad een kerngroep van de LHBT-beweging geworden. De exhibitionisten organiseren nog hun eigen avonden maar hebben nooit geprobeerd in die alfabetsoep terecht te komen. De pedofielen waren actief in allerlei nationale homo-organisaties en de International Lesbian and Gay Association maar zijn onder druk van de VS uit deze ILGA gegooid, en tevens uit nationale bewegingen. De emancipatie die zij nastreefden volgde helemaal niet de weg van die van de homo's, integendeel, daarmee ging het snel bergafwaarts. De sadomasochisten hebben wel hun eigen organisaties en binnen de homowereld hun eigen bars, winkels en feesten maar hebben evenmin als de fetisjisten ooit een poging hebben gedaan aan de LHBT-lijst te worden toegevoegd. Dat geldt ook voor andere klassieke perverten zoals fetisjisten, copro-, necro- en zoöfielen, voyeuristen of wat dies meer zij. Homoseksualiteit heeft zich in 1973 losgezongen van de perversies en de DSM (Bayer, 1981). Dat is de andere seksuele variaties nooit gelukt en de homo's hebben hun succes in dit opzicht niet vertaald naar of bevochten voor hun oude lotgenoten.

Die andere perversies hadden en hebben nauwelijks een beweging en ook geen eigen identiteit, laat staan een politiek programma. Er heeft ooit een Spannerbeweging bestaan, een vorm van SM-activisme (zie verderop), maar die organisaties die in Engeland, Frankrijk, Duitsland en Nederland bestonden, zijn weer verdwenen. In de VS en ook in Europa bestaan veel SM-organisaties maar die zijn vooral gericht op feesten, soms op educatie en zelden op politieke doelen. De Amerikaanse National Committee on Sexual Freedom heeft sociale en politieke doelen zoals juridische steun bieden aan SM-ers die problemen met het recht hebben. De organisatie is bij mijn weten marginaal gebleven. De oudste en grootste organisaties in de VS als The Eulenspiegel Society (1971) of de Society of Janus (1973) bemoeien zich nauwelijks met de politiek maar bieden informatie, cursussen en feesten. Voor Europese groepen geldt hetzelfde zoals de Nederlandse Vereniging Studiegroep Sado-Masochisme (VSSM) hoewel hun bestaan op zich, informatieverstrekking zoals via websites en deelname aan LHBT-parades wel een politiek tintje heeft. Zowel in België als in Nederland zijn ze goed in het organiseren van leerfeesten, kinky feesten of BDSM-feesten, maar politiek bedrijven gebeurt niet. Dat heteroseksuele SM-ers soms aan homoparades meedoen, geeft wel aan dat "homo" de dominante term is geworden in het veld van seksuele minderheden. Algemene seksuele hervormingsbewegingen zoals de NVSH zijn totaal uit het zicht verdwenen.

Meer dan de SM-beweging heeft de leersubcultuur een geschiedenis. Er is een geschiedenis van literaire en beeldende kunst met de mannen die sadomasochisme haar naam gaven, de schrijvers markies de Sade en Leopold von Sacher-Masoch. Een rijke hoge en lage beeldcultuur heeft zich ontwikkeld (Weibel, 2003; Farin, 2003; Pine, 2013; Edminston, 2013; Michel, 1989). Hier zal het vooral gaan over de subcultuur. In de 19de eeuw waren er gespecialiseerde dominatrixen, massagesalons, SM-bordelen en privépartijen (Gibson, 1978). Speeltjes en fetisjkleding die niet in gewone winkels te koop waren konden op bestelling geleverd worden zoals nog steeds gebeurt. Sinds de jaren 1950 ontstond er een homoseksuele leersubcultuur met een sterke interesse in SM (Arell & Mustola, 2006; Baim & Keehnen, 2011; Spring, 2010). Er kwam een wereld van bars en motorclubs die vooral rond 1970 met de seksuele revolutie groeide en aftakkingen kreeg aan de kant van mannelijke hetero's. Organisaties, winkels en bladen begonnen in die tijd en er kwamen leerfeesten. Sindsdien heeft de opmars zich gestaag voortgezet en is het aantal vrouwen toegenomen terwijl er lesbische SM-verenigingen ontstonden. De subcultuur ontwikkelt zich door internet steeds verder en wordt diverser. Naast de fetisj leer kwamen er in de jaren 1990 andere zoals rubber, uniform, skinhead en sport, naast kooien, zwepen en vernedering ontstonden spelvariaties van watersport tot "breath control" en "scarification" (lichaamsbewerking). Door het wereldwijde succes van de romantrilogie Fifty Shades of Grey van E.L. James (2011) heeft SM een nieuwe stimulans vooral onder vrouwen gekregen evenals de verkoop van SM-speeltjes. Voor een bepaalde subgroep zijn SM en leer nu een identiteit die een enkeling tot op zijn werk maar veel meer mensen in hun vrije tijd intensief beleven (Sisson, 2007; Elb, 2006; historisch: Oosterhuis, 2000; Noyes, 1998; Largier, 2001; Vandermeersch, 2002). De wereld seksualiseert en de SM groeit mee. Met een geschiedenis en een gemeenschap is het een coherente cultuur geworden.

Een hoofdreden waarom de SM-wereld en de meeste seksuele variaties niet in de alfabetsoep zijn opgenomen is de wens van de LHBT's om normaal gevonden te worden en niet aan respectabiliteit te verliezen. Hun strijd richt zich op toelating tot instituten als kerk, huwelijk en leger. Ze zijn per stemming uit de DSM verdwenen en die andere groepen nog (lang) niet (Bayer, 1981). Een andere belangrijke reden is dat na de seksuele revolutie is overgegaan van een systeem waarin seksuele ongelijkheid de norm van het verlangen was (man-vrouw, rijk-arm, nicht-tule, butch-fem, klant-hoer) naar een systeem waarin gelijkheid de norm is geworden (zie volgende punt). De meeste parafilieën (het nieuwe woord voor perversies) kennen juist evident "ongelijke" relaties zoals: pedofilie (oud-jong); bestialiteit (mens-dier); prostitutie (klant-prostituee) of sadomasochisme (meester-slaaf). SM-ers proberen hun relaties te redden van kritiek dat die ongelijk zouden zijn door erop te wijzen dat ze "safe, sane and consensual" zijn en dat het om een spel gaat (zie verderop).

Een wereldwijde beweging van "seksuele minderheden" ontwikkelt zich waarin homo's, lesbo's en transen een stevige plaats innemen en waarin ruimte gecreëerd wordt voor andere variaties van de alfabetsoep maar SM-ers zijn vooral op zichzelf aangewezen. Ze ervaren discriminatie en vooroordelen maar tot een echte beweging is het buiten een subcultuur van feesten, clubs, kroegen, organisaties en winkels nauwelijks gekomen.


Ongelijkheid


Ongelijke seksuele relaties waren in het verleden de norm: man-vrouw, rijk-arm, jong-oud. Zelfs homo's die als nichten werden gezien deden het met heteromannen die tule heetten of in het Amerikaans queer en trade. Een urning of homo was in de woorden van Ulrichs (1994) een "vrouwenziel in een mannenlichaam" die ging voor een "mannenziel in een mannenlichaam" ofwel een hetero. Lesbische verhoudingen kenden "butch" en "femme", mannelijke pot met heterovrouw. Sinds de seksuele revolutie is een seksueel gelijkheidsideaal ontstaan en zijn ongelijke relaties steeds meer ondenkbaar en ongewenst geworden. Dat geldt in de eerste plaats voor man-vrouwverhoudingen maar daar is het niet bij gebleven. Nichten en potten die in het verleden ongelijke relaties hadden in termen van gender en seksualiteit veranderden op beide punten: nichten vermannelijkten, potten vervrouwelijkten en seks hadden ze in het vervolg met hun gelijken, andere homo's en lesbo's die ook wel "gay" gingen heten. Soort ging soort zoeken. Het was goed voor homo-emancipatie en het homohuwelijk kwam in zicht. Het lijkt waarschijnlijk dat deze ontwikkeling van homoseksuele mannen en vrouwen die qua gender niet verschilden van heteroseksuelen ruimte creëerde voor transgenders: mannen en vrouwen die qua gender bleven verschillen. De andere seksuele variaties verging het slechter omdat hun relaties per definitie ongelijk waren: pedofilie sinds de jaren 1980 met grote schandalen die in Europa in 1996 culmineerden met de zaak-Dutroux, zoöfilie werd na 2000 in verschillende landen per wet verboden en sekswerk blijft een ambivalente plaats innemen, ook in Nederland waar het in 2000 gelegaliseerd werd. Zelfs traditionele heterorelaties liggen onder vuur (Hekma, 2006b). SM-ers gebruiken als reddingsboei om hun ongelijke relaties te legitimeren het argument dat ze "safe, sane and consensual" zijn. De ongelijkheid is op wederzijdse instemming gebaseerd voor de duur van het "spel". Op het punt van gelijkheid is het niet alleen de vraag hoe het SM-contact in de tijd afgebakend kan worden – alleen voor de periode van het seksspel? – maar ook waarom gelijkheid – een politiek ideaal – voor seks moet gelden. Seksuele relaties kennen altijd aspecten van ongelijkheid zoals in termen van gender, ras, leeftijd, klasse, opleiding, schoonheid. Ze kennen verschillen in termen van sociaal, cultureel, economische en erotisch kapitaal en die bieden extra opwinding (Sinfield, 2004). Het probleem is niet zozeer ongelijkheid in SM-relaties maar eerder de gelijkheidsnorm in de samenleving. Het is interessant hoe dit ideaal sinds de seksuele revolutie zo snel een algemeen geldende norm is geworden (Hekma & Giami, 2014).


Spel


Johan Huizinga's (1938) idee van een homo ludens is een fraai ideaal dat SM-ers graag kopiëren voor hun relaties waarbij het niet zou gaan over macht, ongelijkheid, wreedheid of pijn. Het is allemaal voor de lol. Maar wat ze als spel benoemen doet niet echt recht aan het karakter van hun activiteiten waarbij realisme van gedragingen en gevoelens aan de opwinding bijdraagt. SM is geil omdat het niet alleen spel of theater is maar echt pijn doet en boeien niet alleen imaginair zijn. Daarom spreekt men naast "game" of "play" soms over "serious leisure" en is wel voorgesteld om erover te spreken in termen van Lacans "het reële" dat onzegbaar is. Het is duidelijk dat er een spanningsveld bestaat tussen spel en realiteit als het over SM gaat want er wordt vernederd en geslagen en het kan wreed zijn en pijn doen. Misschien is imitatie of mimicry van het reële wel een beter begrip om de onduidelijke scheiding tussen spel en werkelijkheid te verwoorden. Veel SM-ers geven aan dat het spel opwindender is naarmate het echter is en soms vinden ze hun leven in de scene werkelijker dan het dagelijkse leven. Transgressie is regel bij SM-contacten zoals verderop naar voren zal komen.


Instemming


Gelijkheid in SM-relaties wordt bewerkstelligd, aldus een gangbare verdediging van de beoefenaren, doordat de partners van te voren instemmen met een bepaalde gang van zaken en een codewoord afspreken dat de masochist uitspreekt als hij helemaal of tijdelijk wil stoppen met de activiteit. Zulke afspraken worden soms contractueel vastgelegd zoals bij Sacher-Masoch. SM-ers vergeten daarbij dat aan die instemming bij hun transgressieve bezigheden lastig valt vast te houden (Downing, 2007). Het spannende van SM is juist een stapje verdergaan dan is afgesproken (Baldwin, 1993: 185-96). Hun "vrije keuze" is een politiek en liberaal begrip dat slecht samengaat met hun activiteiten evenals met andere sommige seksuele interesses. Noyes (1998) zegt over het ontstaan van SM in de 19de eeuw dat het liberale concept van een vrije wil zo belangrijk werd dat zulke verlangens van slaaf en meester onbegrijpelijk werden en daarom apart werden gezet als sadisme en masochisme. Voorheen zou instemming in een hiërarchische wereld waar machtsmisbruik en onderdanigheid een zekere vanzelfsprekendheid hadden er nauwelijks toe hebben gedaan maar met liberale idealen van individuele vrijheid veranderde dat. Zowel uitoefening van macht (volwassenen tegen kinderen, hoog- tegen laaggeplaatsten) als slaafsheid paste niet in een nieuwe wereldorde en hun rituele uitoefening vond dit marginale hoekje van SM. Het is een interessante maar niet bevredigende verklaring want het verklaart niet waarom SM ontstond tegelijk met andere "perversies". Er was meer aan de hand.


Geen stoornis


Een van de eerste onderzoekers die een enquête deed onder SM-ers was de Duitse psychiater Andreas Spengler (1979). Hij ondervroeg 245 homo-, bi- en heteromannen van verschillende clubs en organisaties. Een belangrijke conclusie was dat SM-mannen niet per se psychische problemen hebben zoals wel werd aangenomen omdat sadomasochisme in de DSM stond. Ook andere auteurs kwamen tot dergelijke conclusies en stelden later die vraag niet meer omdat zij SM tot de normale variaties rekenden waarbij psychische of sociale problemen kunnen optreden die niet inherent aan de voorkeur zijn. Hier werd dezelfde weg bewandeld als eerder bij homoseksualiteit. Het probleem is niet het individu dat ziek is, maar de maatschappij die homoseksualiteit c.q. sadomasochisme veroordeelt. Als psychiaters van een psychische problematiek bij SM-ers spreken, wordt als verklaring opgeworpen dat het om twee verschillende groepen gaat: de ene bij de psychiaters op de bank, de andere voor de ogen van sociologen in clubs en op feesten. Dat neemt niet weg dat SM-ers specifieke psychische problemen kunnen hebben. Guy Baldwin (1993: 203-207) die naar eigen zeggen 4500 uur therapie gaf aan SM-ers, noemt twee types: mensen die problemen rond woede, schuld en seksueel misbruik willen oplossen in SM ofwel oneigenlijke redenen hebben om aan SM te doen omdat ze iets willen bewijzen of verliefd zijn op een kinky persoon of juist een oude geliefde willen straffen maar er zelf niks mee hebben. Tegenwoordig gebruiken sommige psychologen SM juist omgekeerd voor therapie bij behandeling van gevallen waar van seksueel misbruik sprake was of bestaat de idee dat een speelscene tot catharsis bij de cliënt kan leiden. Er is een ontwikkeling gaande van SM als psychisch probleem naar SM als oplossing voor problemen en voor beide kanten zijn goede argumenten die niet gegeneraliseerd kunnen worden.


Risico's


De SM-praktijk levert risico's op omdat er dingen mis kunnen gaan maar die zijn niet exceptioneel. Veel hangt af van de ervaring en het praktisch inzicht van de participanten. Het risico verschilt niet sterk van andere gevaarlijke bezigheden zoals risicovolle sporten, denk aan voetbal, boksen, duiken of parachutespringen (Lee, 1983). Er is verder een verschil tussen auto-erotische activiteiten alleen en zulke die met anderen worden uitgevoerd (tenzij geen betrouwbare partners worden gekozen, maar dat is bij alle seksuele contacten een vraag). De spelletjes die mensen met zichzelf spelen, leveren meer gevaar op zoals we weten van de auto-erotische asfyxie zoals wurgseks waarover Hazelwood, Dietz en Burgess (1983), Money, Wainwright en Hingsburger (1991) en Downing (2007) schreven. Die zou leiden tot mogelijk honderden dodelijke slachtoffers jaarlijks in de VS en volgens Rik van Lunsen (geciteerd in Volkskrant, 11-7-1989) tot tientallen in Nederland. Het gaat daarbij overigens vooral om jonge mannen die buiten de SM-wereld staan en op eigen gelegenheid experimenteren met seks en ophanging, plastic zakken of andere vormen van beperking van zuurstoftoevoer. Zij tarten op die leeftijd op meer manieren gevaren. Het is een interessante vraag hoe jongeren aan zulke ideeën komen. De forensische medici die zich ermee hebben beziggehouden suggereren dat de slachtoffers die kennis uit zichzelf zouden hebben opgedaan, hetgeen mij onwaarschijnlijk lijkt: eerder een vast en verborgen element in ons culturele repertoire. SM kent misschien door de gebruikte technieken van bondage of vormen van marteling meer risico's dan andere vormen van seksualiteit maar daarbij spelen vaak onwetendheid en gebrek aan ervaring een rol dan dat ze inherent zijn aan deze voorkeur. Dat geldt hier net zo als bij gevaarlijke sporten als boksen of bungeejumpen. Goede voorlichting kan veel ongelukken voorkomen. Voor betere kennis van de risico's zou het aanbeveling verdienen eens onderzoek te doen naar seksueel getinte ongevallen die bij de eerste hulp van ziekenhuizen binnenkomen.


Geweld


Een ander thema betreft agressie of geweld als onderdeel van SM-praktijken. De meeste auteurs hameren erop dat het daarbij om een soort spel gaat en dat de deelnemers het bewust doen en zich van gevaren bewust zijn. De agressie komt misschien uit dezelfde bron waaruit andere vormen van agressie putten, maar door het spelkarakter verschilt het van ongevraagd geweld (voor Foucaults afwijkende mening, zie Praet, 1999: 87). Het is relatief onschadelijk en derden worden er niet mee lastiggevallen. Het geweld is eerder een element van de fantasie ofwel is het meer psychisch dan fysiek, aldus een verdedigingslijn. Wel is het nodig voor een goed verloop van het SM-spel dat het een reëel karakter heeft: er wordt geslagen en vastgebonden en het doet pijn. Het geweld is overigens een reden dat SM soms strafbaar is. In 1987-1997 liep in Engeland de "Spanner"-zaak. Daar is niet alleen seks met meer dan twee personen strafbaar als "public indecency" maar in deze rechtszaak speelde vooral het "geweld" van SM. De politie had toevallig bij een autocontrole videobanden gevonden van ruige seks van een groep homomannen. Uiteindelijk stonden zestien van hen voor de rechtbank omdat ze geweld tegen elkaar en soms ook tegen zichzelf hadden gepleegd. Dat was volgens de verschillende rechtbanken die over de zaak oordeelden niet toegestaan bij SM maar weer wel binnen een huwelijk of bij gevaarlijke sporten zoals rugby en boksen. Het Engelse besluit werd bevestigd door het Europees Hof voor Mensenrechten (Sottiaux, 1999; Thompson, 1994: Beckmann, 2009: 77-80). Het was aanleiding voor het opstarten van een SM-beweging in verschillende landen die meestal maar kort bestond. Niet alleen de seks zelf is soms strafbaar maar steeds vaker ook SM-erotica met wetgeving die "gewelddadige porno" strafbaar stelt. SM-ers verzetten zich tegen een omschrijving van hun seksuele interesse als enkel en opzettelijk gewelddadig en dat het ongewenst is en verboden moet worden omdat er met twee maten wordt gemeten. Zij zien het als een vrijwillig spel van geweld en vernedering dat wordt omgezet in plezier vergelijkbaar met andere riskante gedragingen en liminale ervaringen zoals in de sport.


Pijn


Hetzelfde als met geweld geldt ongeveer voor de pijnervaring. Het gaat vooral om een psychische beleving en door geestelijke anticipatie kan pijn eenvoudiger aanvaard worden en in plezier veranderen. Newmahr (2011: 134-142) geeft een viertal theorieën van SM-ers over pijn: naast het omzetten van pijn in plezier noemen ze het een offer of lijden (volgens haar typisch een vrouwenargument), dient het om tot iets anders te komen zoals een adrenalinestroom of een bewijs van mannelijkheid. De vierde mogelijkheid is dat pijn als een positief goed wordt gezien. Over pijn zijn naast antropologische voorbeelden zoals van fakirs allerlei biologische en psychologische theorieën die ik hier wil laten rusten. Het boek van Patrick Vandermeersch (2002) biedt een mooie geschiedenis en analyse van de flagellatie als bedreven in de katholieke kerk. Begonnen als omstreden methode om Christus te imiteren en vervolgens om de levenssappen te stimuleren (een soort Viagra) werd het een seksuele techniek. Pijn zit kortom evenals dat bij porno het geval is "in the eye of the beholder".


Spiritueel


Veel SM-ers benadrukken de spirituele of rituele kant van hun ervaringen. Door het transgressieve karakter ervan en het gevoel dat de betreffende belevingen onuitspreekbaar zijn, bestaat een idee dat ze overeenkomen met de religieuze ervaring. Ze zijn niet rationeel te verklaren of in kant-en-klare termen uit te leggen waardoor ze in het verlengde van godsdienstige en mystieke belevenissen liggen. In SM zou een meerwaarde liggen zoals ook een begrip als catharsis aangeeft. Dat geldt overigens ook voor andere seksuele ervaringen maar omdat SM als "extreme seks" wordt gezien ligt het hier meer voor de hand. Er zijn theorieën die een dergelijke zienswijze bevorderen zoals het werk van de sadianen Pierre Klossowski en George Bataille die beiden een religieuze omweg naar wreedheid maakten (zie Lauwaert: in dit nummer; 2014). De Sade zelf kan gezegd worden in zijn radicale atheïsme religieus te zijn geweest. Er is sprake van SM-ritueel welk woord net als het populaire begrip fetisj (leer, rubber, zijde enzovoort) verwijst naar het religieuze bereik. Een fetisj is een begrip voor een heilig object dat eerst vooral aan "primitieve" culturen werd toegeschreven en daarna door Karl Marx werd gebruikt voor economische meerwaarde. Alfred Binet (2001) maakte van het heilig object een seksuele obsessie, een interesse die het seksuele leven van de fetisjist kleur geeft. Het kan gaan om een lichaamsdeel, karaktertrek (meisjesachtig, speels), handeling (spuiten, slaan), kledingstuk, speeltje (zweep, kooi, mondknevel), situatie (gevangenis, ziekenhuis, strand) – vaak in combinaties – die een seksuele meerwaarde krijgen. Voor de fetisjist zijn zulke objecten heilig en de verlangde situaties werken als erediensten. Als seksualiteit religie in de moderne samenleving vervangt, dan gooien SM en fetisjisme hoge ogen.


Privacy


Een juridisch-sociologische vraag betreft privacy. Om verschillende redenen is dat een belangrijk thema omdat veel SM-ers hun seks groepsgewijs of in (semi)publieke ruimtes wensen te beleven: donkere kamers in homokroegen, parken, stranden, verlaten terreinen. Openbare schennis der eerbaarheid of "public indecency" is in de meeste westerse landen een misdrijf. Veel SM-seks speelt zich in (half)openbare ruimtes af zoals seksfeesten en valt dus onder het verbod. In Engeland waar seks ook publiek is als er meer dan twee personen aanwezig zijn bij seksuele contacten, is een orgie per definitie strafbaar. In Nederland zal de politie in de regel alleen optreden als mensen tegen hun wil aanwezig zijn. Het is de vraag of politiemaatregelen rond publieke seks nodig zijn omdat het meestal om afgesloten ruimtes of afgelegen plekken gaat waar mensen uit eigen beweging heengaan. Bepaalde feesten spelen zich in openbare ruimtes met een hek eromheen af met volle instemming van de autoriteiten zoals de Folsom Street Fair. Dat voldoet aan een behoefte in de SM-wereld: van San Francisco overgewaaid naar Berlijn. Stefan Sottiaux meent dat een nadruk op privacy zelfs contraproductief is omdat het de SM-wereld in een verborgen ondergrond dwingt waar zij zich aan het publieke debat onttrekt (Sottiaux, 1999: 114). In een recent nummer van Agora (2013) over seksualiteit en geografie stond niets over SM maar dat zou een interessant thema zijn omdat lang niet altijd slaapkamers maar juist andere meer publieke ruimtes worden gebruikt.

Privacy zal vragen oproepen over de mate van zichtbaarheid net als bij "gay cruising" en daarmee vermeende overlast voor derden; van voyeurisme en exhibitionisme en van al dan niet gewenste concrete educatieve voorbeelden. Het is helemaal de vraag hoe erg zichtbaarheid van seksualiteit of menselijke naaktheid sowieso is en eveneens van SM. Wat een "schennis der eerbaarheid" is, ligt in "the eye of the beholder" en dat kan nogal verschillen. Het is evident dat bij de groepsbeleving van SM exhibitionisme en voyeurisme een belangrijke rol spelen voor veel deelnemers. Dit biedt de kans aan derden om er kennis van te nemen zonder direct mee te hoeven doen. Zoiets zien op een feest is iets reëler dan op internet. Bij de leerwereld gaat het om kleine gemeenschappen waar geheimhouden een belangrijke rol speelt maar het betreft wel publieke geheimen. Er ontstaat een spanning tussen openbaarheid, anonimiteit en vertrouwdheid die elkaar erotisch kunnen versterken (Newmahr (2011) focust op intimiteit).


Gender


Gender was vanaf het begin voor de heteromannen een thema bij gebrek aan heterovrouwen. Toen werd de hetero-SM vooral verzorgd door domina's – sekswerkers die de dominante positie innemen en volgens de mannen niet de aandacht en de intimiteit boden die zij zochten. Spengler (1979) had nog geen vrouwen in zijn survey, Visser (1986) had 11% vrouwen (50 op 450) maar dat aantal groeide snel en ligt nu rond 40% of hoger. Lesbische vrouwen uit San Francisco van de groep Samois (1981) creëerden eind jaren 1970 een doorbraak. Toen eenmaal het taboe op SM bij lesbiennes was doorbroken volgden andere vrouwen met meer gemak. Nu zijn de verhoudingen tussen mannen en vrouwen grotendeels rechtgetrokken en zoals Elb (2006) en Beckmann (2009: 96) constateren, bestaat bij zowel vrouwen als mannen een klein overschot aan onderdanigen. Hoeveel SM-ers er zijn, blijft onduidelijk want het thema wordt in bevolkingsstudies zelden gemeten. Het onderzoek Seksuele gezondheid in Nederland 2006, een algemeen bevolkingsonderzoek waarin zulke vragen bij uitzondering zijn opgenomen, geeft aan dat iets meer mannen dan vrouwen zeggen zulke gevoelens te hebben (10,7 tegen 9,1%) maar opmerkelijk genoeg brengen minder mannen dan vrouwen die in de praktijk (6,7 tegen 7%), althans naar eigen zeggen (Bakker & Vanwesenbeeck, 2006: 57-58). Gezien de achterstand die de wereld van SM heeft op die van homoseksuelen is het aan te nemen dat het bij SM om een groeiende en grotere groep gaat hetgeen de vraag oproept van die geringere aandacht en zwakkere beweging. Die algemene cijfers zijn naar sekse en niet naar seksuele voorkeur maar we weten dat vanaf het begin homomannen een voortrekkersrol hadden in de kinky scene en dat lesbische vrouwen sinds de zogenaamde "sex wars" in het SM-feminisme een prominente plaats innemen zeker als vrouwen die aan het publieke en wetenschappelijke debat deelnemen zoals Gayle Rubin (2011) en Pat (intussen Patrick) Califia (2002) en ook dat vrouwelijke wetenschappers steeds vaker het voortouw nemen bij studies zoals Andrea Beckmann (2009), Staci Newmahr (2011), Margot Weiss (2011) en Danielle Lindemann (2012).

In de vrouwenbeweging speelde een oorlog rond SM in de jaren 1980 in de nasleep van de seksuele revolutie tussen perverte en "radicale" feministes. De eerste groep verdedigde SM, prostitutie, pornografie, transseksualiteit, kortom het plezier; de tweede groep van radicale feministes zag het bedrijven van zulke variaties als knieval voor de man en als antifeministisch. Lesbische vrouwen als Califia en Rubin waren de motor van deze beweging aan de proseks en SM-kant; het vurigste debat ging over porno: "Pornografie is de theorie, verkrachting de praktijk" (Samois, 1981; Linden, Pagano, Russell, & Star, 1982; Duggan & Hunter, 1995).

Een speciaal thema vormen travestie en transseksualiteit in de SM-scene. Aan de ene kant zijn er seksbladen voor mannen met titels als Forced Womanhood die mannen tonen die door vrouwen gedwongen worden "vrouw te worden" zoals met hormonen en obscene dameskleren. Ze zijn stevig gekneveld en mogen of kunnen geen seks meer hebben. Mannelijk masochisme plus travestie. Aan de andere kant zijn er vrouw-naar-man transgenders en lesbiennes die met genderrollen zoals "daddy and boy" spelen in SM-verband (Jacob Hale, 2002). Volgens sommige auteurs is SM voorbij gender, volgens anderen juist diepgaand gegenderd waarbij sekserollen uitgewisseld kunnen worden. Sadisme hoort traditioneel bij de mannelijke rol, masochisme bij de vrouwelijke rol zoals beklemtoond door seksuologen als von Krafft-Ebing (1901) en zulke tradities blijven doorwerken. Mannen en vrouwen die misbruikt en genaaid willen worden laten zich graag slet of hoer noemen. Ze overtreden daarmee een norm maar bevestigen tegelijk dat die rollen vrouwelijk zijn.


Variatie


Variatie bestaat op vele terreinen. Mensen die zich buitenissig kleden of gedragen, kunnen in sommige situaties op bewondering rekenen maar in de regel krijgen zij te maken met afwijzing. Het begint op het schoolplein waar het buitenbeentje, hoe onschuldig het ook mag zijn (roodharig, brildragend, dromerig), op weinig clementie kan rekenen. De variatie aan vormen juist bij sadomasochisme en fetisjisme is enorm. Variatie is een wet van het verlangen maar SM en fetisjisme springen eruit met alle voorkeuren op dit terrein: bondage, vernedering, slavernij, spanking, obsceniteit, prostitutie, verkrachting, verschillende manieren om pijn toe te brengen en te ondergaan zoals met zwepen, elektriciteit, naalden, in een context van bijvoorbeeld politie, leger of ziekenhuis, waarbij diverse kledingfetisjen, lichaamsdelen en al dan niet seksuele handelingen een rol spelen. Vaak zijn de verschillen tussen seksuele interesse slecht overbrugbaar. Spanking, leer en SM hebben tot specifieke groepsvorming geleid en dat geldt voor liefhebbers van rubber-, sport-, water-, pis- en poepseks die niet allemaal per se tot SM behoren maar er wel raakvlakken mee kennen (Hekma, 2009). Zulke diversiteit verrijkt de ervaring misschien maar om er een organisatie op te baseren is lastig. De Eindhovense seksclub Het Vagevuur bood aan die variëteit onderdak zoals nu clubs als The Lab.Oratory in Berlijn, The Boots in Antwerpen of The Church in Amsterdam en leercafés die "speciale avonden" voor diverse interesses aanbieden. Dat zijn initiatieven die vooral om seks draaien.

Deze variëteit doet de interessante vraag voor onderzoek opkomen naar de achtergrond van alle verschillende seksuele voorstellingen in hun sociale context. Mij lijken erotische voorkeuren hun specifieke vorm te krijgen door toevallige factoren: beelden, verhalen, gebeurtenissen die blijven hangen in het geheugen, bewust of onbewust en kleur geven aan erotische wensen en fantasieën (Binet, 2001). In een samenleving waar sekseverhoudingen en raciale verhoudingen prominent aanwezig zijn, een sterk erotisch karakter hebben en met dwang en macht worden geassocieerd, ligt het voor de hand dat die in SM-voorstellingen terugkeren. Te denken valt aan slavernij, (krijgs)gevangenen, cowboys en Indianen, executies, afbeeldingen van martelaren (Sint Sebastiaan, Christus aan het kruis), dierenkooien en andere vormen van vernedering. We kunnen SM-ers lastig het verwijt maken dat ze racistisch en seksistisch zijn als de samenleving daarvan doordrenkt is en ze die verhoudingen imiteren, niet produceren (Weiss, 2011; Hekma, 2013). Ze leggen eerder de vinger op een zwakke plek. Er zijn kinderen die zonder probleem normatieve verhoudingen van vanille (ofwel normale) heterocoïtale seks repliceren maar er zijn andere die in hun vroegste jeugd "duistere" verlangens oppikken, daardoor beïnvloed worden en in fantasieën integreren. Wat we afwijzen komt soms dubbel zo hard terug zeker op een terrein dat vol ambivalenties zit. Nogmaals, het is de vraag wat mensen doen met SM-gevoelens. Die maken hen niet per se racistisch en seksistisch. Het lijkt me dat ze zich juist meer van discriminatie bewust zullen zijn dan mensen die zulke gevoelens niet hebben en in hun vanille beleving met deze vragen niet worden geconfronteerd (Fisher, 1996).

Die grote variëteit roept de vraag op hoe partners elkaar kunnen vinden omdat sommige verlangens zeldzaam zijn en vaak als bizar of schaamtevol worden beleefd – en daarmee paar- en groepsvorming bemoeilijken. Daar biedt het internet nu de mogelijkheden voor. Die specificiteit van voorkeuren staat echter in scherp contrast met maatschappelijke verwachtingen rond de organisatie van seksuele relaties: dat mensen liefde opdoen voor een bepaalde persoon met wie ze een monogame seksuele verhouding ontwikkelen. Op het moment dat ze zulke verbintenissen aangaan, zijn ze zich vaak niet bewust van hun bijzondere wensen en de kracht die deze kunnen hebben. Ze kunnen leiden tot allerlei vervelende verwikkelingen zoals met de Mechelse rechter Aurousseau die niet van de SM was maar zijn vrouw juist wel (Keysers, 1999). Om misverstanden rond seksuele voorkeur te voorkomen zouden jongeren beter en eerder bewust gemaakt kunnen worden van seksuele variatie. Partnerkeuze en de maatschappelijke organisatie ervan (versieren) verdienen meer aandacht. Nu wordt vooral uitgegaan van monogame relaties waarin liefde en seks worden gekoppeld en geen bijzondere wensen bestaan maar dat strookt niet met de werkelijkheid. In een samenleving waar seksuele diversiteit meer gewicht krijgt zijn kennis en bewustzijn daarvan essentieel voor plezier en geluk.


Macht


SM is wel spelen met macht genoemd. Vaak is er gerefereerd aan machtige mannen die zich begeven in een masochistisch spel als een vorm van catharsis: door zich over te geven aan een meesteres kicken ze af van hun zware werkdruk. Feministes zagen het vaak als niet zo onschuldig tijdverdrijf maar als een imitatie van mannenmacht en vrouwenonderdrukking. Dat is echter moeilijk vol te houden met alle domina's, homomannen en masochistische heteromannen. Bovendien zijn rollen uitwisselbaar en zijn SM-ers niet of passief of actief maar soms beide, afhankelijk van omstandigheden. De Sade was eerder een masochist die sadist werd als anderen hem niet wilden slaan of weigerden blasfemie te plegen (Hekma, 2006a).

Michel Foucault zag de leerscene als een vorm van verzet tegen dominante machtsverhoudingen omdat posities van dominantie omgekeerd worden en niet vastliggen, omdat er geen obligate identiteiten zijn zoals van man of vrouw, homo of hetero, meester of slaaf en omdat de activiteit niet genitaal georiënteerd is: men lapt zijn laars aan normen van gender, seksualiteit, macht, coïtus en pikgerichtheid. De vraag is of machtsverhoudingen door het SM-spel bevestigd of daardoor juist doorbroken worden. Tevens is het een kwestie of macht negatief is en dat is het volgens Foucault niet: hij ziet die macht eerder als productief. Mij lijkt de context van het gebeuren essentieel voor dergelijke beoordelingen. Weiss benadrukt het bevestigende karakter dat SM racistisch, seksistisch en homofoob zou zijn maar doet dat niet overtuigender dan veel apologeten die zich gretig vrijpleiten van deze zondes en andere vooroordelen die over SM bestaan (Thompson, 1994; Moser & Madeson, 2000). Bij Weiss (2011) vinden we juist respondenten die zich zeer bewust zijn van het feit dat SM een discriminatoir karakter kan hebben en zich daartegen verzetten, maar zij hecht weinig geloof aan hun inzicht en inzet. Het welles-nietesspel levert een niet erg zinvolle discussie op, niet anders dan bij discussies over Sinterklaas en Zwarte Piet. Veel hangt af van definities van macht en spel – de ene partij neemt heel serieus wat de andere partij als spel ziet – en van de vraag hoe het wordt uitgevoerd zeker als traditionele machtspatronen worden geïmiteerd.


Transgressie


SM-seks zou transgressief zijn en nieuwe seksuele horizonten openen zoals Michel Foucault verklaarde en anderen hem nazeiden. Het zou prille mogelijkheden bieden die niet meer gebonden waren aan seksualiteit of identiteit en die ons kunnen brengen voorbij ideeën van verlichting, liberalisme en modernisme (Praet, 1999). Daaraan kunnen we concreter toevoegen monogamie en heteronorm. Daar is ook weer kritiek op gekomen in het bijzonder van Margot Weiss (2011) die erop heeft gewezen hoe de SM-praktijk en ideologie sterk is gekleurd door racisme en seksisme maar zij viel niet Foucault of Rubin daarop aan maar haar respondenten. Vanzelfsprekend heeft SM die transgressieve mogelijkheden maar er is wel een scene en een beweging nodig die de "vrijheidspraktijken" waar Foucault zo vol lof over spreekt, overdenkt en uitvoert. Helaas gaan de meeste studies voorbij aan beschrijving van concrete seksuele handelingen (Newmahr (2011) gaat nog het verst in die richting). Ze worden, zoals in ander seksonderzoek, te snel in het kader van andere sociale factoren geplaatst, bijvoorbeeld gender, leeftijd, ras, macht, religie of geld. Die andere thema's worden zelden vanuit de seks bestudeerd, of seks op zichzelf. Daarvoor dienen we ons tot de literatuur te wenden zoals van de Sade of van Pauline Réage maar dat blijft – soms heel interessante – fictie. Juist door een sterkere focus op seksuele praktijken zelf zou meer over het transgressieve karakter van SM te zeggen zijn. Het lijkt me dat ze een goede kandidaat vormen voor normoverschrijding omdat ze zo duidelijk voorbij coïtus, genitaliteit, heteroseksualiteit en monogamie gaan om een paar centrale sociale normen te noemen.


Afsluiting


SM is geweldig interessant vanwege al die thema's en alle vragen waarop geen kant-en-klaar antwoord valt te geven: over beweging (politiek) en subcultuur (seksueel); over instemming en transgressie; over spel en macht; over risico; over pijn en geweld; rond de variëteit en achtergrond van deze voorkeuren; over replicatie of doorbreking van sociale normen en vormen van discriminatie. SM valt te zien als een uitvergroting van vele "normale" seksuele thema's. Het verdient een beweging om die zaken te bespreken en alle taboes te slechten. Dat is goed voor het sociale en seksuele welzijn van SM-ers en voor de samenleving – opnieuw net als bij homoseksualiteit waar de discriminatie blijvende schade heeft nagelaten. Kennis van zichzelf en de ander voorkomt problemen en risicogedrag – met SM net als met soa's. Psychiater Wijnand Sengers (1968) stelde voor homo's in 1968 voor: voorlichting, zelfacceptatie en zelforganisatie. Dat bleek een goed idee te zijn en dat lijkt mij hier een prima voorstel zodat beter valt na te denken over SM, plezier en risico, er een groter bewustzijn over te genereren en een levendige publieke cultuur omheen te creëren. Dat zal de communicatie in de gemeenschap en met derden bevorderen. Het zal moeilijk zijn omdat bewegingen altijd meer baat hebben bij een concreet doel zoals een hoger loon of een wet die discrimineert dan bij een abstract doel zoals het opruimen van taboes en vooroordelen. Dat geldt helemaal als die voorstellingen in de hoofden van de personen zelf zitten, erin gehamerd door instituties als gezin, school, media of publieke opinie. Omdat het niet een specifiek probleem is van SM maar van alle seksuele variaties, zou het goed zijn wanneer seksuele hervormingsbewegingen een nieuw leven werd ingeblazen. Want de vragen die de Sade meer dan twee eeuwen geleden in zijn werk heeft opgeroepen zijn springlevend.



No Oblivion for Sadomasochism: Sociological Questions and Suggestions


Summary: Sadomasochism is a very interesting sexual orientation that touches upon various important social questions around risk and violence, pleasure, play and pain, bondage and consent, ritual and reality, private and public, gender, (in)equality, power, and transgression. Because sexuality is often perceived as private and natural, little discussion is devoted to these pivotal social and sexual issues over and beyond S&M. Sexual diversity needs a public culture or movement to place these questions in the limelight and to promote pleasure and make sex food for thought.


Key words: Sadomasochism, New Social Movements, Sexual History, Fetishism, Transgression.


Bibliografie


Agora. Magazine voor sociaalruimtelijke vraagstukken (2013), Speciaal nummer Seksualiteit, Almere, AD Mercurius, vol. 29, no. 1.

B. Arell, & K. Mustola (2006), Tom of Finland. Ennennäkemätöntä – Unforseen, Helsinki, LIKE.

T. Baim, & O. Keehnen (2011), Leatherman. The Legend of Chuck Renslow, Chicago, Prairie Avenue Productions.

F. Bakker, & I. Vanwesenbeeck (red.) (2006), Seksuele gezondheid in Nederland 2006, Delft, Eburon.

G. Baldwin (1993), Ties That Bind. The SM/Leather/Fetish/Erotic Style. Issues, Commentaries and Advice, Los Angeles, Daedalus.

R. Bayer (1981), Homosexuality and American Psychiatry. The Politics of Diagnosis, New York, Basic Books.

A. Beckmann (2009), The Social Construction of Sexuality and Perversion. Deconstructing Sadomasochism, Houndmills, Palgrave.

A. Binet (2001 [1887]), Le fétichisme dans l'amour, Paris, Payot.

P. Califia (2002), Speaking Sex to Power. The Politics of Queer Sex, San Francisco, Cleis Press.

L. Downing (2007), "Beyond Safety: Erotic Asphyxiation and the Limits of SM Discourse", in D. Langdridge & M. Barker (eds.), Safe, Sane and Consensual. Contemporary Perspectives on Sadomasochism, Houndmills, Palgrave MacMillan, pp. 119-132.

L. Duggan, & N.D. Hunter (1995), Sex Wars. Sexual Dissent and Political Culture, New York, Routledge.

W.F. Edminston (2013), Sade: Queer Theorist, Oxford, Voltaire Foundation.

N. Elb (2006), SM-Sexualität. Selbstorganisation einer sexuellen Subkultur, Giessen, Psychosozial Verlag.

M. Farin (ed.) (2003), Phantom Schmerz. Quellentexte zur Begriffsgeschichte des Masochismus, München, Belleville.

G. Fisher (1996), Gary in your pocket, Durham & London, Duke University Press.

I. Gibson (1978), The English Vice. Beating, Sex, and Shame in Victorian England and After, London, Duckworth.

R.R. Hazelwood, P.E. Dietz, & A.W. Burgess (1983), Autoerotic Fatalities, Lexington, Lexington Books.

G. Hekma (2006a), "Sade, Masculinity, and Sexual Humiliation", Men and Masculinities, vol. 9, no. 2, pp. 236-251.

G. Hekma (2006b), "Het erotische gelijkheidsideaal. Seksueel verlangen en sociaal onderscheid", in C. Brinkgreve & R. van Daalen (red.), Over gelijkheid en verschil, Amsterdam, Het Spinhuis, pp. 73-82.

G. Hekma (2009), ABC van perversies, Amsterdam, Meulenhoff.

G. Hekma (2013), "Book Review" (Margot Weiss), Sexualities, vol. 16, nos. 5/6, pp. 748-751.

G. Hekma, & A. Giami (eds.) (2014), Sexual Revolutions, Houndmills, Palgrave.

M. Hirschfeld (1914), Die Homosexualität des Mannes und des Weibes, Berlin, Marcus.

J. Huizinga (1938), Homo ludens: Proeve eener bepaling van het spel-element der cultuur, Zwolle, H.D. Tjeenk Willink.

C. Jacob Hale (2002), "Leatherdyke Boys and their Daddies. How to have Sex without Women or Men", in K.M. Philips & B. Reay (eds.), Sexualities in History. A Reader, NY/London, Routledge, pp. 421-433.

E.L. James (2011), Fifty Shades of Grey, New York, Knopf Doubleday.

P. Keysers (1999), Zonder genade. Het verhaal van de Mechelse SM-rechter, Leuven, Van Halewyck.

N. Largier (2001), Lob der Peitsche. Eine Kulturgeschichte der Erregung, München, Beck.

L. Lauwaert (2014), Markies de Sade. Essays over ethiek en kliniek, literatuur en natuur, Kalmthout, Pelckmans.

J.A. Lee (1983), "The Social Organization of Sexual Risk", in T. Weinberg & G.W. Levi Kamel (eds.), S and M. Studies in Sadomasochism, New York, Prometheus, pp. 175-193.

D.J. Lindemann (2012), Dominatrix. Gender, Eroticism, and Control in the Dungeon, Chicago, University of Chicago Press.

R.R. Linden, D.R. Pagano, D.E.H. Russell, & S.L. Star (eds.) (1982), Against Sadomasochism. A Radical Feminist Analysis, East Palo Alto, Frog in the Well.

B. Michel (1989), Sacher Masoch 1836-1895, Paris, Laffont.

J. Money, G. Wainwright, & D. Hingsburger (1991), The Breathless Orgasm. A Lovemap Biography of Asphyxiophilia, Buffalo NY, Prometheus.

C. Moser, & J.J. Madeson (2000), Bound to be Free: The SM Experience, New York, Continuum.

S. Newmahr (2011), Playing in the Edge. Sadomasochism, Risk, and Intimacy, Bloomington, Indiana University Press.

J.K. Noyes (1998), The Mastery of Submission. Inventions of Masochism, Ithaca & London, Cornell University Press.

H. Oosterhuis (2000), Stepchildren of Nature. Krafft-Ebing, Psychiatry, and the Making of Sexual Identity, Chicago, The University of Chicago Press.

J. Pine (2013), "In Bizarre Fashion: The Double-Voiced Discourse of John Willie's Fetish Fantasio", Journal of the History of Sexuality, vol. 22, no. 1, pp. 1-33.

D. Praet (1999), "Michel Foucault over S/M over Michel Foucault", Ethiek & Maatschappij, vol. 2, no. 3, pp. 79-96.

G. Rubin (2011), Deviations, Durham & London, Duke University Press.

Samois (1981), Coming to Power. Writings and Graphics on Lesbian S/M, Boston, Alyson.

W.J. Sengers (1968), Gewoon hetzelfde? Een visie op de vragen rond de homofilie, Bussum, Brand.

A. Sinfield (2004), On Sexuality and Power, New York, Columbia University Press.

K. Sisson (2007), "The Cultural Formation of S/M: History and Analysis", in D. Langdridge & M. Barker (eds.), Safe, Sane and Consensual. Contemporary Perspectives on Sadomasochism, Houndmills, Palgrave MacMillan, pp. 10-34.

S. Sottiaux (1999), "Sadomasochisme. Voorbij het recht op privacy", Ethiek & Maatschappij, vol. 2, no. 3, pp. 97-116.

A. Spengler (1979), Sadomasochisten und ihre Subkulturen, Frankfurt, Campus.

J. Spring (2010), Secret Historian. The life and times of Samuel Steward, professor, tattoo artist, and sexual renegade, New York, Farrar, Straus and Giroux.

B. Thompson (1994), Sadomasochism, London, Cassell.

K.H. Ulrichs (1994 [1864-1879]), Forschungen über das Rätsel der mannmännlichen Liebe, Berlin, Verlag rosa Winkel.

P. Vandermeersch, (2002), La chair de la passion. Une histoire de foi: la flagellation, Paris, Cerf.

D. Visser (1986), Met genoegen minder nemen. Aspecten van sado-masochisme, s.l., Anthos.

Volkskrant, 11-7-1989.

R. von Krafft-Ebing (1901 [1886]), Psychopathia sexualis mit besonderer Berücksichtigung der conträren Sexualempfindung: Eine medicinisch-gerichtliche Studie für Ärzte und Juristen, Elfte, verbesserte und stark vermehrte Auflage, Stuttgart, Enke.

P. Weibel (ed.) (2003), Phantom der Lust. Visionen des Masochismus. Bd I: Essays und Texte; Bd. II: In der Kunst, München, Belleville.

M. Weiss (2011), Techniques of Pleasure. BDSM and the Circuits of Sexuality, Durham & London, Duke University Press.